Toevlucht tot God
1 Een psalm van David, voor de koorleider, met een snaarinstrument.

2 O God, luister naar mijn roepen,
sla acht op mijn gebed.
3 Van het einde van het land roep ik tot U,
nu mijn hart bezwijkt;
leid mij op een rots
die voor mij te hoog zou zijn.

4 Want U bent een toevlucht voor mij geweest,
een sterke toren tegen de vijand.
5 Ik zal in alle eeuwigheid in Uw tent verblijven,
mijn toevlucht zoeken in de schuilplaats onder Uw vleugels. Sela

6 Want U, o God, hebt mijn geloften gehoord;
U hebt mij de erfenis gegeven van wie Uw Naam vrezen.
7 U zult dagen toevoegen aan de dagen van de koning,
zijn jaren duren voort als van generatie op generatie.

8 Eeuwig zal hij tronen voor Gods aangezicht.
Beschik goedertierenheid en trouw, dat die hem beschermen.
9 Dan zal ik voor Uw Naam voor eeuwig psalmen zingen
om mijn geloften na te komen, dag aan dag.
David gevlucht ende in groot perijckel zijnde, bidt om verlossinge, nae zijn geloove, ende Godts voorgaende weldaden: vertrouwende dat Godt hem hier sijn leven sal verlengen, ende hier na het eeuwige schencken, om des Messie wille, van wiens onverganckelick Coninckrijck hy propheteert, met belofte van danckbaerheyt.
1 [EEn Psalm] Davids: voor den Opper-sang-meester, op Neginath.
2 O Godt, hoort mijn geschrey, merckt op mijn gebedt.
3 Van het eynde des lants roep ick tot u, als mijn herte overstelpt is: Leydt my op eenen rotz-steen, [die] my te hooge soude zijn.
4 Want ghy zijt my eene toevlucht geweest, een stercke toren voor den vyant.
5 Ick sal in uwe hutte verkeeren [in] eeuwicheden: Ick sal mijn toevlucht nemen in ’t verborgene uwer vleugelen, Sela!
6 Want ghy, o Godt, hebt gehoort nae mijne geloften: ghy hebt [my] gegeven de erffenisse der gener, die uwen Naem vreesen.
7 Ghy sult dagen tot des Conincks dagen toedoen: sijne jaren, sullen zijn als van geslachte tot geslachte.
8 Hy sal eeuwichlick voor Godts aengesichte sitten: bereydt goedertierenheyt ende waerheyt, datse hem behoeden.
9 So sal ick uwen Name psalm-singen in eeuwicheyt: op dat ick mijne geloften betale, dach by dach.