God is eeuwig trouw
1 Hallelujah! O mijn ziel! prijs de Heere.
2 Ik zal de Heere prijzen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben.
3 Vertrouwt niet op prinsen, op het mensenkind, bij wie geen heil is.
4 Zijn geest gaat uit, hij keert weer tot zijn aarde; te dien dage vergaan zijn raadslagen.
5 Welgelukzalig is hij, die de God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op de Heere, zijn God is;
6 Die de hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat daarin is; Die trouw houdt in eeuwigheid.
7 Die de verdrukte recht doet, Die de hongerige brood geeft; de Heere maakt de gevangenen los.
8 De Heere opent de ogen der blinden; de Heere richt de gebogenen op; de Heere heeft de rechtvaardigen lief.
9 De Heere bewaart de vreemdelingen; Hij houdt de wees en de weduwe staande; maar de weg der goddelozen keert Hij om.
10 De Heere zal in eeuwigheid regeren; uw God, o Sion! is van geslacht tot geslacht. Hallelujah!
© © 1977 Nederlands Bijbelgenootschap