Van Adam tot Noach
oude sv
1 Dit is het boek van Adams geslacht. Ten dage als God de mens schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenis Gods.
2 Man en vrouw schiep Hij hen, en zegende ze, en noemde hun naam Mens, ten dage als zij geschapen werden.
3 En Adam leefde honderd dertig jaren, en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld, en noemde zijn naam Seth.
4 En Adams dagen, nadat hij Seth gewonnen had, zijn geweest achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochters.
5 Zo waren al de dagen van Adam, die hij leefde, negenhonderd jaren, en dertig jaren; en hij stierf.
6 En Seth leefde honderd vijf jaren, en hij gewon Enos.
7 En Seth leefde, nadat hij Enos gewonnen had, achthonderd zeven jaren; en hij gewon zonen en dochters.
8 Zo waren al de dagen van Seth negenhonderd twaalf jaren; en hij stierf.
9 En Enos leefde negentig jaren, en hij gewon Kenan.
10 En Enos leefde, nadat hij Kenan gewonnen had, achthonderd vijftien jaren; en hij gewon zonen en dochters.
11 Zo waren al de dagen van Enos negenhonderd vijf jaren; en hij stierf.
12 En Kenan leefde zeventig jaren, en hij gewon Mahalaleël.
13 En Kenan leefde, nadat hij Mahalaleël gewonnen had, achthonderd veertig jaren; en hij gewon zonen en dochters.
14 Zo waren al de dagen van Kenan negenhonderd tien jaren; en hij stierf.
15 En Mahalaleël leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Jered.
16 En Mahalaleël leefde, nadat hij Jered gewonnen had, achthonderd dertig jaren; en hij gewon zonen en dochters.
17 Zo waren al de dagen van Mahalaleël achthonderd vijf en negentig jaren; en hij stierf.
18 En Jered leefde honderd twee en zestig jaren, en hij gewon Henoch.
19 En Jered leefde, nadat hij Henoch gewonnen had, achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochters.
20 Zo waren al de dagen van Jered negenhonderd twee en zestig jaren; en hij stierf.
21 En Henoch leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Methúsalah.
22 En Henoch wandelde met God, nadat hij Methúsalah gewonnen had, driehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochters.
23 Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijf en zestig jaren.
24 Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer ; want God nam hem weg.
25 En Methúsalah leefde honderd zeven en tachtig jaren, en hij gewon Lamech.
26 En Methúsalah leefde, nadat hij Lamech gewonnen had, zevenhonderd twee en tachtig jaren; en hij gewon zonen en dochters.
27 Zo waren al de dagen van Methúsalah negenhonderd negen en zestig jaren; en hij stierf.
28 En Lamech leefde honderd twee en tachtig jaren, en hij gewon een zoon.
29 En hij noemde zijn naam Noach, zeggende: Deze zal ons troosten over ons werk, en over de smart onzer handen, vanwege het aardrijk, dat de Heere vervloekt heeft!
30 En Lamech leefde, nadat hij Noach gewonnen had, vijfhonderd vijf en negentig jaren; en hij gewon zonen en dochters.
31 Zo waren al de dagen van Lamech zevenhonderd zeven en zeventig jaren; en hij stierf.
32 En Noach was vijfhonderd jaren oud; en Noach gewon Sem, Cham en Jafeth.