Alle heydenen worden vermaent den Heere te loven van wegen sijne goedertierenheyt, ende waerheyt.
1 LOoft den HEERE alle heydenen: prijst hem alle natien.
2 Want sijne goedertierenheyt is geweldich over ons, ende de waerheyt des HEEREN is in der eeuwicheyt. Halelu-Jah .
© © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap 2024