De Psalmist verweckt hem selven tot lof des Heeren: Met vermaninge van sich op menschen niet te verlaten, maer op Godt, ten aensien sijner almachticheyt, trouwe, hulpe en troost, ende altijt-durende regeringe.
1 HAlelu-Iah, O mijne ziele, prijst den HEERE.
2 Ick sal den HEERE prijsen in mijn leven: ick sal mijnen Godt psalm-singen terwijle ick noch ben.
3 En vertrouwt niet op Princen, op ’s menschen kint, by ’t welcke geen heyl en is.
4 Sijn geest gaet uyt, hy keert wederom tot sijn aerde: te dien selven dage vergaen sijne aenslagen.
5 Welgelucksalich is hy, die den Godt Iacobs tot sijne hulpe heeft: wiens verwachtinge op den HEERE sijnen Godt is.
6 Die den hemel ende d’ aerde gemaeckt heeft, de zee ende al wat in de selve is: die trouwe houdt in der eeuwicheyt.
7 Die den verdruckten recht doet, die den hongerigen broot geeft: de HEERE maeckt de gevangene los.
8 De HEERE opent [de oogen] der blinden: de HEERE richtet de gebogene op: de HEERE heeft de rechtveerdige lief.
9 De HEERE bewaert de vreemdelingen, hy houdt den weese ende de weduwe staende: maer der godtloosen wech keert hy om.
10 De HEERE sal in eeuwicheyt regeren: uw’ Godt, o Zion, is van geslachte tot geslachte. Halelu-Iah.
God is eeuwig trouw
1 Hallelujah! O mijn ziel! prijs de Heere.
2 Ik zal de Heere prijzen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben.
3 Vertrouwt niet op prinsen, op het mensenkind, bij wie geen heil is.
4 Zijn geest gaat uit, hij keert weer tot zijn aarde; te dien dage vergaan zijn raadslagen.
5 Welgelukzalig is hij, die de God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op de Heere, zijn God is;
6 Die de hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat daarin is; Die trouw houdt in eeuwigheid.
7 Die de verdrukte recht doet, Die de hongerige brood geeft; de Heere maakt de gevangenen los.
8 De Heere opent de ogen der blinden; de Heere richt de gebogenen op; de Heere heeft de rechtvaardigen lief.
9 De Heere bewaart de vreemdelingen; Hij houdt de wees en de weduwe staande; maar de weg der goddelozen keert Hij om.
10 De Heere zal in eeuwigheid regeren; uw God, o Sion! is van geslacht tot geslacht. Hallelujah!