De Prophete vermaent alle menschen, met sijn exempel, Godt te loven, verhalende de heerlickheyt sijner wercken, vermanende eenen yegelicken tot godtsdiensticheyt.
1 HAlelu-Iah. Aleph . Ick sal den HEERE loven van gantscher herten: Beth . in den raet ende vergaderinge der oprechten.
2 Gimel . De wercken des HEEREN zijn groot: Daleth . sy worden gesocht van alle dieder lust in hebben.
3 He . Sijn doen is majesteyt ende heerlickheyt: Vau . ende sijne gerechticheyt bestaet in der eeuwicheyt.
4 Zain . Hy heeft sijnen wonderen een gedachtenisse gemaeckt: Cheth . de HEERE is genadich ende barmhertich.
5 Thet . Hy heeft den genen die hem vreesen, spijse gegeven: Iod . Hy gedenckt in der eeuwicheyt aen sijn verbont.
6 Caph . Hy heeft de kracht sijner wercken sijnen volcke bekent gemaeckt: Lamed . hen gevende de erve der heydenen.
7 Mem . De wercken sijner handen zijn waerheyt ende oordeel: Nun . alle sijne bevelen zijn getrouwe.
8 Samech . Sy zijn ondersteunt voor altoos [ende] in eeuwicheyt. Ain . zijnde gedaen in waerheyt ende oprechticheyt.
9 Pe . Hy heeft sijnen volcke verlossinge gesonden: Tsade . Hy heeft sijn verbont in eeuwicheyt geboden: Koph . sijn Name is heylich ende vreeslick.
10 Resch . De Vreese des HEEREN is het beginsel der wijsheyt: Schin . alle diese doen, hebben goet verstant: Thau . sijn lof bestaet tot in der eeuwicheyt.
Lofzang op Gods weldaden
1 Hallelujah! Aleph . Ik zal de Heere loven van ganser harte; Beth . In de raad en vergadering der oprechten.
2 Gimel . De werken des Heeren zijn groot; Daleth . zij worden gezocht van allen die er lust in hebben.
3 He . Zijn doen is majesteit en heerlijkheid; Vau . en zijn gerechtigheid bestaat in eeuwigheid.
4 Zain . Hij heeft Zijn wonderen een gedachtenis gemaakt; Cheth . de Heere is genadig en barmhartig.
5 Teth . Hij heeft hun, die Hem vrezen, spijs gegeven; Jod . Hij gedenkt in eeuwigheid aan Zijn verbond.
6 Caph . Hij heeft de kracht Zijner werken aan Zijn volk bekend gemaakt; Lamed . hun gevende de erve der heidenen.
7 Mem . De werken Zijner handen zijn waarheid en oordeel; Nun . al Zijn bevelen zijn getrouw.
8 Samech . Zij zijn ondersteund voor altoos en in eeuwigheid; Ain . zijnde gedaan in waarheid en oprechtheid.
9 Pe . Hij heeft Zijn volk verlossing gezonden; Tsade . Hij heeft Zijn verbond in eeuwigheid geboden; Koph . Zijn Naam is heilig en vreselijk.
10 Resch . De vreze des Heeren is het beginsel der wijsheid; Schin . allen, die ze doen, hebben goed verstand; Thau . Zijn lof bestaat tot in eeuwigheid.