Alle heydenen worden vermaent den Heere te loven van wegen sijne goedertierenheyt, ende waerheyt.
1 LOoft den HEERE alle heydenen: prijst hem alle natien.
2 Want sijne goedertierenheyt is geweldich over ons, ende de waerheyt des HEEREN is in der eeuwicheyt. Halelu-Jah .
Alle volken, loof de HEERE!
1 Loof de HEERE, alle heidenvolken;
prijs Hem, alle natiën.
2 Want Zijn goedertierenheid is machtig over ons;
de trouw van de HEERE is voor eeuwig.

Halleluja!