David vluchtende voor Saul, komt te Nob by den Priester Achimelech, v. 1, etc. Hy gelaett sich als of Saul hem gesonden hadde, om een heymelicke sake te verrichten, 2. Hy eyscht broot, 3. Achimelech geeft hem de toon-brooden, 4. Dit siet Doëg, 7. David versoeckt geweer, 8. Achimelech geeft hem Goliaths sweert, 9. David vluchtt ende komt tot Achis, 10. Hy en is den Vorsten Achis niet willekom, 11. David is in groote vreese, 12. Hy verandert sijn gelaet, ende stelt sich aen, als of hy geck ware, 13. Achis neemt het qualick, datmen eenen gecken mensche tot hem gebracht hadde, 14.
1 DOe quam David te Nob tot den Priester Achimelech: ende Achimelech quam bevende David te gemoete, ende hy seyde tot hem, Waerom zijt ghy alleen, ende geen man met u?
2 Ende David seyde tot den Priester Achimelech, De Coninck heeft my een sake bevolen, ende seyde tot my, Laet niemant yet van de sake weten om de welcke ick u gesonden hebbe, ende die ick u geboden hebbe: de jongelingen nu hebbe ick de plaetse van sulck eenen te kennen gegeven.
3 Ende nu wat isser onder uwe hant? geeft my vijf brooden in mijne hant, of watter gevonden wort.
4 Ende de Priester antwoordde David, ende seyde, Daer en is geen gemeyn broot onder mijne hant: maer daer is heylich broot, wanneer sich de jongelingen slechs van de vrouwen onthouden hebben .
5 David nu antwoordde den Priester, ende seyde hem, Ia trouwens, de vrouwen zijn ons onthouden geweest gisteren ende eergisteren doe ick uytginck, ende de vaten der jongelingen zijn heylich: ende het is eeniger wijse gemeyn [broot], te meer dewijle heden [ander] in de vaten sal geheylicht worden.
6 Doe gaf de Priester hem dat heylich [broot], dewijle daer geen broot en was dan de toon-brooden, die van voor het aengesichte des HEEREN wechgenomen waren, datmen warm broot daer leyde, ten dage als dat wechgenomen wiert.
7 Daer was nu een man van de knechten Sauls te dien selven dage opgehouden voor het aengesichte des HEEREN, ende sijn naem was Doëg, een Edomiter: de machtichste onder de herderen, die Saul hadde.
8 Ende David seyde tot Achimelech, Is hier onder uwe hant geen spiesse ofte sweert? want ick en hebbe noch mijn sweert, noch oock mijne wapenen in mijne hant niet genomen, dewijle de sake des Conincx haestich was.
9 Doe seyde de Priester, Het sweert Goliaths des Philistijns, den welcken ghy sloecht in het eycken-dal, siet dat is [hier] gewonden in een kleet, achter den Ephod, indien ghy u dat nemen wilt, so neemt het, want hier en is geen ander als dat: David nu seyde, Daer is sijns gelijcke niet, geeft het my.
10 Ende David maeckte sich op, ende vluchtte te dien dage van het aengesichte Sauls: ende hy quam tot Achis den Coninck van Gath .
11 Doch de knechten Achis seyden tot hem, Is dese niet David de Coninck des lants? songmen niet van desen in de reyen, seggende, Saul heeft sijne duysenden verslagen, maer David sijne tien duysenden.
12 Ende David leyde dese woorden in sijn herte: ende hy was seer bevreest voor het aengesichte Achis des Conincx van Gath.
13 Daerom veranderde hy sijn gelaet voor hare oogen, ende hy maeckte hem selven geck onder hare handen: ende hy bekrabbelde de deuren der poorte, ende hy liet sijn seever in sijnen baert af-loopen.
14 Doe seyde Achis tot sijne knechten: Siet, ghy siet dat de man rasende is, waerom hebt ghy hem tot my gebracht?
15 Hebbe ick rasende gebreck, dat ghy desen gebracht hebt, om voor my te rasen? sal dese in mijn huys komen?
David naar Nob
1 Toen kwam David in Nob, bij de priester Achimelech; en Achimelech kwam David bevend tegemoet en zei tegen hem: Waarom bent u alleen en is er niemand bij u?
2 En David zei tegen de priester Achimelech: De koning heeft mij iets bevolen en zei tegen mij: Laat niemand iets weten van de zaak waarvoor ik u uitzend en die ik u opgedragen heb; de jongens heb ik laten weten dat zij naar een bepaalde plaats moeten gaan .
3 En nu, wat hebt u voorhanden? Geef mij vijf broden mee in mijn hand, of wat er maar te vinden is.
4 De priester antwoordde David en zei: Er is geen gewoon brood voorhanden, maar er is wel heilig brood, als de jongens zich maar van de vrouwen onthouden hebben.
5 David antwoordde de priester en zei tegen hem: Jazeker, de vrouwen zijn ons gisteren en eergisteren onthouden. Toen ik eropuit trok, waren de voorwerpen van de jongens heilig. En het is in zekere zin gewoon brood , temeer omdat er vandaag ander brood in de vaten geheiligd zal worden.
6 Toen gaf de priester hem dat heilige brood , omdat er geen ander brood was dan de toonbroden, die van voor het aangezicht van de HEERE weggenomen waren, om er vers brood neer te leggen op de dag dat het oude weggenomen werd.
7 Op die dag nu had iemand van de dienaren van Saul zich daar voor het aangezicht van de HEERE afgezonderd. Zijn naam was Doëg, een Edomiet, de machtigste van de herders die Saul had.
8 En David zei tegen Achimelech: Hebt u hier geen speer of zwaard voorhanden? Ik heb namelijk mijn zwaard niet mee kunnen nemen, evenmin als mijn andere wapens, want de zaak van de koning had haast.
9 Toen zei de priester: Het zwaard van Goliath, de Filistijn, die door u verslagen is in het Eikendal, zie, dat ligt hier , in een kleed gewikkeld, achter de efod. Als u dat mee wilt nemen, neem het mee, want er is hier geen ander dan dat. David zei: Zoals dat is er geen tweede , geef het mij.
David in Gath
10 David stond op en vluchtte op die dag voor Saul; en hij kwam bij Achis, de koning van Gath.
11 Maar de dienaren van Achis zeiden tegen hem: Is dit niet David, de koning van het land? Zong men van hem niet in beurtzang bij de reidansen: Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David zijn tienduizenden?
12 David nam deze woorden ter harte en werd zeer bevreesd voor Achis, de koning van Gath.
13 Daarom vertrok hij zijn gezicht voor hun ogen en gedroeg hij zich in hun handen als een waanzinnige. Hij krabbelde aan de deuren van de poort en liet zijn speeksel in zijn baard lopen.
14 Toen zei Achis tegen zijn dienaren: Zie, u ziet dat de man krankzinnig is. Waarom hebt u hem bij mij gebracht?
15 Heb ik gebrek aan krankzinnigen, dat u deze man gebracht hebt om zich bij mij zo krankzinnig te gedragen? Moet deze in mijn huis komen?