God is eeuwig trouw
1 HALLELUJAH. O mijn ziel, prijs den HEERE.
2 Ik zal den HEERE prijzen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben.
3 Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen kind, bij hetwelk geen heil is.
4 Zijn geest gaat uit, hij keert wederom tot zijn aarde; te dienzelfden dage vergaan zijn aanslagen.
5 Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op den HEERE, zijn God is;
6 Die den hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat in dezelve is; Die trouwe houdt in der eeuwigheid.
7 Die den verdrukte recht doet, Die den hongerige brood geeft; de HEERE maakt de gevangenen los.
8 De HEERE opent de ogen der blinden; de HEERE richt de gebogenen op; de HEERE heeft de rechtvaardigen lief.
9 De HEERE bewaart de vreemdelingen; Hij houdt den wees en de weduwe staande; maar der goddelozen weg keert Hij om.
10 De HEERE zal in eeuwigheid regeren; uw God, o Sion, is van geslacht tot geslacht. Hallelujah.
De Psalmist verweckt hemselven tot lof des Heeren: Met vermaninge van sich op menschen niet te verlaten, maer op Godt, ten aensien sijner almachtigheyt, trouwe, hulpe en troost, ende altijtduerende regeeringe.
1 HAlelu-Iah, O mijne ziele, prijst den HEERE.
2 Ick sal den HEERE prijsen in mijn leven: ick sal mijnen Godt psalmsingen terwijle ick noch ben.
3 En vertrouwt niet op Princen, op ’s menschen kint, by ’t welcke geen heyl en is.
4 Sijn geest gaet uyt, hy keert wederom tot sijn aerde: te dien selven dage vergaen sijne aenslagen.
5 Welgelucksaligh is hy, die den Godt Iacobs tot sijne hulpe heeft: wiens verwachtinge op den HEERE sijnen Godt is.
6 Die den hemel ende de aerde gemaeckt heeft, de zee ende al wat in deselve is: die trouwe houdt in der eeuwigheyt.
7 Die den verdruckten recht doet, die den hongerigen broot geeft: de HEERE maeckt de gevangene los.
8 De HEERE opent [de oogen ] der blinden: de HEERE richtet de gebogene op: de HEERE heeft de rechtveerdige lief.
9 De HEERE bewaert de vreemdelingen, hy houdt den weese ende de weduwe staende: maer der godtloosen wegh keert hy om.
10 De HEERE sal in eeuwigheyt regeeren: uw’ Godt, O Zion, is van geslachte tot geslachte. Halelu-Iah.