Een vermaninge om Godts heyligheyt, macht, ende goedertierenheyt te loven met allerley musijck-instrumenten, ende oock met de stemme.
1 HAlelu-Iah. Looft Godt in sijn heylighdom: Looft hem in ’t uytspansel sijner sterckte.
2 Looft hem van wegen sijne mogentheden: Looft hem na de menighvuldigheyt sijner grootheyt.
3 Looft hem met geklanck der basuyne: Looft hem met de luyte, ende met de harpe.
4 Looft hem met de trommel ende fluyte: Looft hem met snarenspel ende orgel.
5 Looft hem met helklinckende cymbalen: Looft hem met cymbalen van vreughden-geluyt.
6 Alles wat adem heeft love den HEERE. Halelu-Iah.
Eynde van ’t Boeck der PSALMEN.© © Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap 2024