Alle Heydenen worden vermaent den Heere te loven van wegen sijne goedertierenheyt, ende waerheyt.
1 LOoft den HEERE alle Heydenen: prijst hem alle natien.
2 Want sijne goedertierenheyt is geweldigh over ons, ende de waerheyt des HEEREN is in der eeuwigheyt. Halelu-Jah .